Avontuur

Jacqueline is al vroeg op pad. Ze heeft vandaag met een groepje vrienden afgesproken om naar een escape room te gaan. Dat is een soort spel waarbij je stalen zenuwen en een goed denkvermogen nodig hebt. Je wordt dan opgesloten in een kamer en moet door aanwijzingen en voorwerpen proberen te ontsnappen. Jacqueline is erg gespannen. Ze weet namelijk niet wat er precies gaat gebeuren. Het is een behoorlijk eind naar het gebouw, en dus heeft ze besloten vroeg van huis te vertrekken, zodat ze in ieder geval op tijd is. Ze is net onderweg naar de bushalte, als haar telefoon gaat. Het is haar beste vriend, Aaron.
‘Hey Aar, alles goed?’
‘Ja, ik wilde alleen even vragen hoe laat we ook alweer hadden afgesproken.’
‘Ah, oké. We hebben om tien uur een afspraak staan.’
‘Oké, dan ben ik er rond kwart voor tien.’
‘Prima, tot straks.’ Jacqueline stopt haar telefoon in haar broekzak en wenkt de bus. De bus stopt vlak voor haar neus. Jacqueline groet de buschauffeur en gaat achterin zitten. Tegen de tijd dat ze bijna bij het huis van haar beste vriendin Cleo zijn, rijdt de bus een andere kant op. Jacqueline kijkt verbaasd naar het bord. Er staat dat ze een omleiding zijn tegengekomen. Vreemd, Cleo heeft niets gezegd over een omleiding… Jacqueline toets het nummer van Cleo in. Ze krijgt haar voicemail.
‘Hoi Cleo, met mij. We rijden een andere kant op, omdat er een omleiding schijnt te zijn. Weet jij daar iets van? Ik in ieder geval niet. Ik ben bang dat je via een ander vervoersmiddel heen moet, want de bus rijdt niet meer langs je huis. Ik hoor van je, groetjes.’ Jacqueline stopt haar mobiel weer in haar broekzak en kijkt naar buiten.

Als ze eindelijk weer buiten staat, is ze ergens anders afgezet dan ze wilde. De buschauffeur heeft iedereen er bij deze halte uitgelaten. Een vrouw staat met haar twee kinderen op de kaart te kijken. Een oudere man is gaan zitten op een bankje en rookt een sigaar. De vrouw loopt naar Jacqueline toe.
‘Hebt u enig idee waar we ons bevinden?’
‘Nee, geen idee. Ik ben zelf ook in de war.’
‘Anja trouwens’, zegt de vrouw.
‘Jacqueline.’ Anja trekt haar kleinste van de weg af en spreekt hem streng toe. Jacqueline loopt naar de oude man toe en gaat naast hem zitten.
‘Wat een toestand hé?’, zegt de man.
‘Ja, heel raar allemaal.’
‘Ik was op weg naar mijn schoondochter, maar zo te zien kom ik daar voorlopig niet.’ De oude man neemt een trek van zijn sigaar en blaast de rook naar Jacqueline toe. Ze kucht en staat vlug op. Ze besluit maar weer bij Anja te gaan staan. Er komt een bus aan. Hij stopt voor hun neus. Anja gaat de bus in en legt de situatie uit. De buschauffeur nodigt ze uit en beloofd ze bij de juiste halte af te zetten. Ze bedanken de man en gaan zitten.

Zullen ze nu wel bij de juiste halte uitkomen?

Wordt vervolgd