Diary

De pester 2

In dit verhaal bepalen jullie de afloop, het lot. En er is gekozen voor: Tegen hem in gaan via een gesprek.

2.

Ik kijk hem aan, niet precies wetende wat ik moet zeggen. Zack begint nog harder te lachen. Hij pakt mijn lunchtrommel en kijkt naar het brood dat mijn moeder heeft meegegeven. Hij pakt een broodje met kaas en neemt er een hap van.
‘Zeg maar tegen die moeder van je, dat ik de volgende keer salami wil.’
Hij stopt het broodje met de hap eruit, terug in mijn trommel. Ik kijk hem aan,
en dan voel ik de woede opkomen. Dat je wat over mij zegt, prima. Maar over mijn moeder? Nee, dan ga je te ver.
‘Laat me met rust Zack, ik ben dit gedoe echt zat. Zoek iemand anders om te pesten.’
Zack kijkt me aan, zijn ogen knipperen niet. Ik zie dat hij zijn hand tot een vuist bald.
‘Wat zei je daarnet Mattie? Ging je nou tegen mij in?’
Ik ga voor hem staan, ik ben echt klaar met zijn getreiter. Het stopt nu.
‘Ja, Zack, ik ben er klaar mee. Je kunt de pot op.’
Zack zijn ogen spuwen vuur. Hij grijpt me bij mijn schouder vast.
‘Luister heel goed naar me Mattie. Ik ben hier de baas, en je doet wat ik van je vraag. Anders is het jij en ik, na school, op het voetbalveld. Jouw keus.’
Hij laat mijn schouder los, en ik beweeg hem kort. Zack pakt opnieuw mijn broodtrommel, en gooit al het brood op de grond. Hij stampt erop en loopt vervolgens richting het klaslokaal. Zuchtend raap ik het brood op. Ik gooi het weg en loop ook richting het lokaal.

Zack zit al in het klaslokaal, en ik zie de lege plek naast hem. Ik kijk naar de plek vlak voor de leraar. Als ik daar nu ga zitten, dan maak ik hem alleen maar bozer. Ik weet wel wat hij wilt. Ik weet niet wat ik moet doen, ik heb last van keuze stress.
‘Matthijs, ga je zitten?’ vraagt de leraar.
‘Ja, sorry meneer.’
Ik wil Zack niet nog kwader maken, en dus besluit ik tegen mijn zin in, naast hem te gaan zitten.
‘Ik was even bang dat je graag een pak rammel wou’, zegt Zack lachend.
Ik negeer hem en open mijn wiskundeboek. Ik wil net mijn schrift openen, als Zack hem te pakken heeft. Hij scheurt er drie blaadjes uit, en grist mijn pen uit mijn hand. Hij begint te schrijven op het blaadje. Ik zucht diep en pak een nieuwe pen. Dan zie ik dat Zack het papiertje tot een vliegtuigje vouwt. Als de leraar niet kijkt, gooit hij hem naar hem toe. Hij raakt hem in zijn nek. De leraar draait zich om.
‘Wie deed dat?’
Niemand reageert, en ik kijk naar de oefening in mijn boek. De leraar opent het vliegtuigje, en ik zie dan dat zijn ogen groot worden. Hij loopt naar mijn tafeltje toe.
‘Matthijs, ga jij je maar even melden bij de directeur.’
Hij laat me het briefje zien. In vrij slordige, onleesbare letters staat er het volgende geschreven:
‘U bent een dikzak, een dikke vette zak. Een vette, dikke zak. Een vetzak. Haha. Matthijs.’
Ik pak mijn spullen in, en vertrek richting de directeur.

 Ik klop op de deur van de directeur. Ik hoor gemompel, en open de deur. Hij zucht diep als hij me binnen ziet komen.
‘Matthijs, wat heb je dit keer gedaan?’
Ik geef hem het briefje.
‘Waarom houd je er niet eens mee op Matthijs? Wat is hier toch de lol van?’
Ik kijk hem aan.
‘Meneer, u weet best dat ik dat niet was. Ik heb het al vaker aangekaart,
dit is het werk van Zack.’

De directeur zucht opnieuw diep.
‘Wanneer houd je daar eens mee op Matthijs? Zoals ik wel vaker zeg, Zack is gewoon een beetje een plaaggeest. Maar dit soort dingen, nee dat doet hij niet.
Het is een voorbeeldige leerling.’

Ik kijk hem met grote ogen aan.
‘Tegenover u en de hele school wel ja, maar niet tegen mij. Hoeveel bewijs wilt u hebben? Moet ik hier met een blauw oog komen?’
De directeur lacht even.
‘Liever niet zeg. Plus, hoe weet ik niet dat je daarbij liegt? Wie weet heb je je hoofd wel gestoten aan het keukenkastje, of heb je jezelf per ongeluk geslagen. Nee, dat is geen rechtvaardig bewijs.’
Ik voel de woede opkomen. Ik sta op, en verlaat zijn kantoor.
‘Je moet je straf nog krijgen jongeman!’ roept hij me achterna.
Ik hoor hem niet meer, ik loop richting de kantine en ik ben er klaar mee.

Ik kijk naar de kantine, en naar de ingang. Ik denk ook aan de les die ik nu eigenlijk heb. Er komt binnenkort een toets aan, dus het is eigenlijk best belangrijk dat ik in die les zit. Maar ik wil Zack niet zien, ik ben echt onwijs kwaad op hem.

Wat vind jij dat ik moet doen?

Greetz, Matthijs

(Bepaal zijn lot, de meeste stemmen gelden en dat wordt zijn leven)

A. Zich ziek melden en naar huis gaan.
B. In de kantine wachten tot de les voorbij is.
C. Gewoon naar de les toegaan.
D. Teruggaan naar de directeur.

14 thoughts on “De pester 2

Een reactie plaatsen