Theatre sports

Training Theatersport 6

We hadden elkaar twee weken niet gezien. K kwam binnen en vertelde ons dat ze vorige week donderdag met haar vier kinderen in de auto over de kop is geslagen op de snelweg. Twee van haar kinderen hadden gelukkig niets, haar twee andere kinderen hadden wat blauwe plekken en bulten en zijzelf had een klein sneetje van glas in haar arm. Ze zijn gelukkig op de wielen in de brede berm terecht gekomen. Ze had de auto net zes dagen. Maar, dat was wel erg schrikken om te horen. A en A waren er niet. Ik denk niet dat A nog terugkomt. Dus dan was alleen A afwezig.

We begonnen met een warming-up. Het ging over vertrouwen. Je moest tweetallen vormen. De een deed zijn of haar ogen dicht. De ander moest diegene lopend door de ruimte begeleiden. Je mocht niet botsen. Daarna moest je wisselen. In de tweede beurt moest degene met de dichte ogen plotselinge bewegingen maken zodat de begeleider beter moest opletten. Ik was met I.

Als tweede deden we ‘de lift.’ Er ging iemand in het midden staan, met de ogen dicht. We stonden in een kring heel dicht op diegene. Iemand in de groep gaf met zijn vingers in de lucht een getal in. Daarna moesten we hardop tellen. Je maakt daarbij til bewegingen, maar je mocht diegene niet aanraken. Bij het getal, moest je diegene met zijn allen optillen en weer neerzetten.

We moesten in een kring met de buiken tegen de ruggen aan gaan staan. Daarna moest je degene voor je bij zijn heupen vastpakken. Ik had M vast en K mij. Daarna moest je op elkaars schoot gaan zitten en de handen in de lucht doen.

Daarna deden we Hop Hop Hop. Je moest met je benen wijd op de grond gaan zitten. Er ging steeds iemand voor je zitten, in jouw benen. Je moest als het ware een lange slang vormen. Ik ging voor N zitten en G voor mij. Daarna moesten we schuivend met zijn allen naar de finish zien te komen. We deden dus een wedstrijdje. Mijn team won, omdat het team van de andere kant uit elkaar viel.

We moesten in een rechte lijn door de ruimte lopen. We gingen vandaag met het thema ‘typetjes’ aan de slag. We moesten eerst snel lopen. Vervolgens langzaam. Daarna moesten we licht lopen. Vervolgens zwaar. Toen moesten we constant lopen. Vervolgens plotseling. Daarna gingen we dingen combineren. Zwaar, snel en plotseling. Licht, langzaam en plotseling.

We gingen eindelijk spelen. Het eerste spel had te maken met mensen, maar met een dierachtig karaktertrekje. Je kreeg een dier. Je moest je daar een minuut lang in verdiepen. Je belde aan of er werd bij jou aangebeld. Je was een mens, maar met het karaktereigenschap van dat dier. Ik was een luipaard en had heel toepasselijk ook een luipaard print shirt aan. Ik was met M.

Het tweede spel was met drie stoelen, ‘het parkje.’ Links was een vijver, rechts een speeltuin en achter een restaurantje. Je mocht zelf kiezen van welke kant je opkwam. Er komt een eerste acteur op. Die gaat zitten. Dan komt er een tweede acteur op. Ze krijgen een gesprek. Een derde volgt. Ook die wordt meegenomen in het gesprek. Als er weer iemand komt, gaat er iemand af, met een goede reden. Of er gaat iemand af, waarnaar een ander inspringt. Iedereen moest aan de beurt komen zodat het een lang verhaaltje zou worden. Het ging niet helemaal goed en dus deden we het aan het eind nog een keertje over.

We gingen een scene spelen met vier man. Er zijn twee aan elkaar grenzende ruimtes. Er is bijvoorbeeld een woonkamer en een keuken. Aan beide kanten staan twee mensen. Een van de twee gaat in zijn kamer staan, hangt af van de zijde waar je op dat moment staat. Iemand van het andere duo gaat in die kamer staan. De twee die overblijven zijn van degenen in de kamer het alter ego. Als iemand uit de woonkamer naar de keuken wil, en jij bent zijn alter ego, dan sta jij opeens in de keuken. Ga jij weer terug, dan komt je alter ego in de andere kamer weer op. Je moet dus ook goed kijken welke kant je opschreeuwt. Je moet dus niet naar de kant schreeuwen waar de ander staat. Beetje ingewikkeld, maar tijdens het spelen was het iets duidelijker. Ik speelde dit spel twee keer. Dit komt omdat er niet genoeg spelers waren en iedereen moest proberen aan de beurt te komen. De eerste keer was ik in de wc in de stationshal. I was mijn alter ego. K die van M. Als tweede was ik in de slaapkamer en in de badkamer. M was mijn alter ego. M die van J. Ik kreeg nog een pak slaag met een zitzak, in de scene, haha.

We gingen het volgende spel spelen: ‘Kus of dood in één minuut.’ Je moest een scene spelen op een locatie. Als er dertig seconden om waren werd dat omgeroepen. Vervolgens de vijfenvijftigste seconden. Je had beiden nog geen idee wat er zou gebeuren. Tegen de minuut aan werd er een moord gepleegd of gezoend. Je moest kiezen voor één van de twee vormen.

We deden de drie stoelen scene, de park scene dus, over. Dit keer ging het beter. We maakten er dit keer een echt verhaaltje van, maar toch met verschillende typetjes.

Het laatste spel vond ik het leukst. Er gingen twee mensen in het midden staan. Aan de zijkanten stonden ook twee mensen, de gedachten van de mensen in het midden. Je moest goed luisteren naar je eigen gedachte en dat een beetje in de scene gooien. Ik speelde weer twee keer mee. De eerste keer was ik de gedachte. Je was dertig jaar getrouwd en bevond je ergens. Ik was de gedachte van M en G die van K. Ze waren in de badkamer. De tweede keer stond ik in het midden, samen met M. We waren op het strand. I was mijn gedachte en K die van M.

We sloten weer af met een afsprong. Je gaat dan in een kring staan, doet de handen bij elkaar, roept yuuu en springt omhoog. Ik heb me opgegeven om misschien deel te nemen aan het nieuwe seizoen en aan de nieuwe groepen van Ulteam, daar waar we de cursus van hebben. Het lijkt me super leuk om daarbij te gaan. Dan geef je namelijk ook echte voorstellingen.

Volgende week is er wel weer training.

Liefs, Creabeaatje34

6 thoughts on “Training Theatersport 6

Leave a reply to Lisa Cancel reply